Een EQ, of equalizer, is misschien wel het belangrijkste gereedschap van een muziekproducer of mix engineer. Met de toonregeling beïnvloed je de frequentie karakteristiek van een geluid. Klinkt de zang te scherp? Dan haal je wat hoog weg. Heeft je snare te veel laag? Dan haal je wat laag weg.
In dit artikel vertel ik hoe een EQ werkt en hoe je EQ gebruikt om betere mixen te maken.
Wat is een EQ?
Je kent vast wel de Hifi versterker van je ouders of opa en oma. De stereo-installatie in het televisiekastje met de grote ronde volumeknop. Naast een volumeknop vind je meestal ook twee knoppen genaamd ‘bass’ en ‘treble’. Dit is een EQ.
Met deze knoppen kun je het laag versterken of verzwakken en ook het hoog versterken of verzwakken.
De eerste mengpanelen in muziekstudio’s hadden deze zelfde EQ ingebouwd. De bekendste EQ is de zogenaamde Baxandall EQ. Dit is een hele milde en transparant klinkende EQ, ideaal om zonder al te veel bijwerkingen het laag of hoog te manipuleren.
Laag en hoog?
Misschien moet ik even kort uitleggen wat ik bedoel met laag en hoog. Als mensen kunnen we frequenties horen tussen de 20 Hz en 20 kHz. Dit frequentiegebied kunnen we opdelen in lage- en hoge- frequenties. Laag is alles onder de 500 Hz, en hoog alles daarboven.
Laag en hoog kunnen we vervolgens weer opdelen in sub-laag, mid-laag, mid-hoog, en top hoog.
Grafische Equalizer
Een grafische equalizer is een apparaat met schuifjes, waar ieder schuifje een frequentieband harder of zachter zet. De frequenties staan vast en kun je niet veranderen. Deze EQ vindt je nog steeds veel terug op het podium en worden gebruikt om monitors af te regelen. In de studio kom je zelden een grafische EQ tegen.
Parametrische Equalizer
Een parametrische EQ, heeft veel meer opties. Hiermee kun je per band niet alleen de gain aanpassen, maar ook de frequentie. En vaak ook de bandbreedte, of Q (quality factor) dus werkt de EQ heel breed op verschillende frequenties of juist heel smal en specifiek.
Parametrische equalizers zijn de standaard in iedere studio en vind je ook in alle muzieksoftware terug. Vaak kun je uit verschillende filter types kiezen zoals een band-pass filter, high-pass, low-pass, notch en bell filter.
Mixer EQ
Op analoge mengpanelen of DJ mixers heb je vaak maar 3 frequentiebanden, namelijk laag, midden en hoog. Soms kun je nog de frequentie aanpassen, en als je echt een groot mengpaneel hebt ook de bandbreedte.
Veel analoge equalizers werken op eenzelfde manier en zijn dan ook vaak gebaseerd op de analoge Neve, API of SSL mengpanelen.
EQ instellen
Hoe stel je een EQ in? Het beste is om eerst goed te luisteren voordat je aan de knoppen draait. Luister naar het geluid en bedenk je welke frequenties te sterk aanwezig zijn, of welk gebied juist ondervertegenwoordigd is.
Als je net begint, is dit lastig. Het kost even tijd om meteen te horen welk frequentiegebied het probleem veroorzaakt.
Een trucje is om de gain een flink eind open te schroeven, en dan de frequentieknop heen en weer te draaien, totdat je het gebied tegenkomt waarvan je denkt: ‘hé dat kan wel wat minder’.
Doe dit niet te lang, want na een tijdje gaan ook frequenties opvallen die eigenlijk helemaal geen probleem zijn.
Vuistregels
Als vuistregel is het verstandig om altijd eerst storende frequenties te verzwakken in plaats van een gebrekkig frequentiegebied te versterken. Klinkt een instrument heel dof? Je kunt natuurlijk hoog erbij draaien, maar je kunt ook laag weghalen. Het resultaat is hetzelfde, maar weghalen klinkt altijd natuurlijker dan versterken.
Daarnaast kun je iets niet versterken wat oorspronkelijk niet in het geluid zit. Frequenties weghalen kan altijd.
Als je toch een gebied versterkt, gebruik dan een kleine Q of wijde bandbreedte. Dit klinkt transparanter. Hoe smaller de EQ of hoe steiler een filter, des te meer faseproblemen dit oplevert. Hierdoor wordt het laag minder strak, en worden transiënten uitgesmeerd over de tijd.
Probeer ook niet te veel te versterken, maar wees subtiel. Ik versterk eigenlijk nooit meer dan 6dB. Het blijft een correctie tool. Als je heel veel versterkt dan kun je het probleem meestal beter bij de bron aanpassen door gewoon het geluid aan te passen of te vervangen.
Conclusie
Er komt best wel wat kijken bij het werken met equalizers, toch is de basis niet heel ingewikkeld. Het kost vooral tijd om aan te horen waar je het precies moet zoeken. Net als dat het een beginnend violist moeite kost om de juiste noten te vinden, kost het een producer of engineer even tijd om de juiste frequenties op te sporen.
Oefening baart kunst, dus ga vooral experimenteren en je wordt er vanzelf steeds beter in.
Wil je meer leren over muziekproductie? Boek dan gerust een proefles in onze muziekstudio in Amsterdam of online!