Als muziekproducer, singer-songwriter of muzikant ontkom je niet aan akkoorden. Het is één ding om een akkoord te leren spelen op piano of gitaar, maar welke akkoorden passen bij elkaar? Wanneer gebruik je majeur akkoorden en wanneer mineur akkoorden? En wat is het verschil precies? In dit artikel leg ik je op een eenvoudige manier uit hoe je akkoorden kunt maken.
Wat is een akkoord
Allereerst is het handig om te weten wat een akkoord precies is. Een akkoord is een verzameling van 3 of meer tonen die tegelijkertijd worden gespeeld.
Oké, dat is niet zo ingewikkeld. Nu is de vraag: ‘welke tonen heb je nodig om een akkoord te maken?’.
In de Westerse muziekwereld hebben we 12 tonen. Op een piano kun je dit goed zien. Er zijn 7 witte toetsen en 5 zwarte toetsen. Dit patroon wordt continue herhaald. We moeten dus 3 van deze tonen uitkiezen om een akkoord te maken.
Als je echter willekeurig enkele tonen uitkiest dan levert dat niet altijd een prettige klank op. Gelukkig maakt de meeste muziek gebruik van een toonladder. De twee bekendste toonladders zijn de Majeur en de Mineur toonladder.
Een toonladder bestaat, maar uit 7 tonen, waardoor we al een stuk minder tonen hebben om uit te kiezen. De C-Majeur toonladder bestaat uit de tonen C,D,E,F,G,A en B, ofwel alle witte toetsen van een piano.
Hoe maak je een akkoord?
Dus, hoe maken we nu een prettig klinkend akkoord? Dat is eenvoudig.
- Begin door een toets te kiezen, bijvoorbeeld C.
- Sla een toets over (D) en kies de daaropvolgende toets: E.
- Doe hetzelfde en je komt uit op de derde toets: G.
Dat is alles! Je hebt nu een akkoord gemaakt. Namelijk een C-Majeur akkoord. De toon waar we mee begonnen heet de grondtoon van het akkoord. Het akkoord krijgt dus ook de naam van deze eerste toon mee.
C-Majeur akkoord
Dit akkoord is een Majeur akkoord omdat er tussen de eerste twee tonen, de C en de E, een interval van een grote terts zit (2 zwarte + 1 witte toets). Een Majeur akkoord heeft een vrolijke klank.
Als we nu beginnen met de toon A, en we slaan weer steeds 1 piano toets over dan komen we uit op de tonen A, C en E. In dit geval is het interval tussen de A en de C, een kleine terts (1 zwarte + 1 witte toets). Dit is dus een A-Mineur akkoord. Een Mineur akkoord heeft een droevige klank.
A-Mineur akkoord
Met deze ’toets-oversla’ methode kun je voor elke toon het akkoord vinden dat past bij de toonladder.
Grondtoon (1) | Terts (3) | Kwint (5) | Akkoord | Afkorting | Verband toonladder |
C | E | G | C-Majeur | C | I |
D | F | A | D-Mineur | Dm | ii |
E | G | B | E-Mineur | Em | iii |
F | A | C | F-Majeur | F | IV |
G | B | D | G-Majeur | G | V |
A | C | E | A-Mineur | Am | vi |
B | D | F | B-Verminderd | Bdim | vii° |
B-Verminderd akkoord
Zoals je ziet, is de enige uitzondering het B-Verminderd akkoord. Dit akkoord heet verminderd omdat niet alleen het interval tussen de B en de D een kleine terts is, maar ook het interval tussen de D en de F.
Slotakkoord
Zo zie je maar weer dat muziektheorie helemaal niet zo ingewikkeld is. Je kunt deze techniek gebruiken bij elke toonsoort en bij alle diatonische toonladders om akkoorden te vinden die altijd bij elkaar passen.
Natuurlijk kun je nog veel meer akkoorden maken dan alleen Majeur en Mineur akkoorden, maar daar vertel ik je in een toekomstig artikel graag meer over.
Heb je vragen over muziektheorie of muziekproductie in het algemeen? Laat hieronder dan een reactie achter of stuur me een mailtje. Ook kun je altijd langskomen voor een gratis proefles muziekproductie of songwriting.